Miss Noir
Afgelopen woensdagochtend wilde ik de dag beginnen met Gréco. Anders nooit last van. Een mysterieus begin voor een dag, zoals die hele vrouw. Ik begrijp nu dat ze toen is overleden.
Ze had een donker geheim rond haar heen hangen. Continu verleiding, heel vervelend. Je weet niet meer of zo’n vrouw oprecht is of helemaal opgaat in haar image. En dat was sterk; ”Femme libre et moderne” volgens de Fransen. Zoals Johnny Cash meestal in het zwart. Net als Montand en Piaf. Dood en deftig. Er bestaat geen existentialisme in een Hawai hemd.
Op deze geconcentreerde hoesfoto, de boerka look. Het klassieke mysterie in ieders gezicht, alleen haar ogen. 1000 en 1 nacht. Het kapsel en haar linkeroog doen denken aan Françoise Hardy. Geen expressie, alleen maar zijn. Iemand die ‘s nachts op straat aan je voorbijgaat. Hoort deze blik bij “Déshabillez-moi”? Ik had altijd de indruk dat ze in films veel van haar imago moest inleveren. Ze bewoog en kwam tot leven, dat hoort niet bij een grande dame met allure. Die blijven ongenaakbaar.
Ik vond haar meer een woordkunstenares. Niemand sprak zo mooi Frans. Zonder nadruk kon ze letters in haar chansons de klank geven van gefluisterde intimiteit, vrouwelijk verlangen, venus en vertes. Betoverend zo lang het donker bleef.