franfotoblog

28 | 3 | 2021

Magie

Ik heb dit schilderij bij het voeteneind van m'n bed hangen. Het moet me rustig maken, maar het blijft me bezighouden. Hangt het er voor m’n gemoed of als voorbeeld van een gelikt genre? Gaat het over troost of doem? De eeuwigheid? Kitsch of Kunst? 

Soms wil ik het pad op, dat linksonder begint. Misschien raak ik verdwaald in een fantasiebos, zoals de televisieschilder Bob Ross ze altijd maakte. In een half uur kon hij, schijnbaar moeiteloos, een compleet landschap oproepen. Dat ging met allerlei trucjes. Hoe handige techniek opeens emotie kan worden, is iedere keer weer een wonder. Hij verzekerde je ervan dat je het zelf ook zo zou kunnen. Kloddertjes verf (titanium white) op een breed paletmes worden opeens een paar schuimkopjes. 

Net als bij Ross blijft mijn schilderij schetsmatig. Wij maken het af. Een paar strohalmen in de voorgrond staan voor struikgewas; in de blaadjes aan de bomen zie je het tamponeren terug. Die schuimkopjes komen op ons af en rollen niet naar de oever. En waar komt al dat licht op die boom op links eigenlijk vandaan? Het is alsof Hans Klok je een van zijn trucs uitlegt en je toch weer te slim af is. Het blijven illusies. 

De vader van inspecteur Wallander schilderde zijn hele leven lang hetzelfde landschap. In twee variaties, met of zonder korhoen: ”In the old days, his father’s paintings had always seemed to him something to be ashamed of, to be taking advantage of people’s bad taste. It now seemed to him there might be another way of looking at it. Perhaps his father painted pictures that gave people a feeling of balance and normality they were looking everywhere for, but only found in those unchanging landscapes”.

Henning Mankell, The Man Who Smiled (2005)