Learnin' the Blues
Waarom koester ik dit wrak? Omdat niemand anders dat doet? Of Sinatra niet kapot te krijgen is? Je tegelijk op én in een hoes kan kijken? Het vierkant en de cirkel?
Beschadigingen zijn aantrekkelijk. Er is geleefd. Een platenhoes is een smaakmaker, een industrieel product. Beschadigingen horen daar niet bij. Blijft de inhoud meer dan zestig jaar overeind, dan doet die glamour er niet meer toe. Maar het blijft interessant om te zien hoe men toen dacht over het verpakken van dromen.
Deze hoes van ontwerper Nicolas Volpe werd bekroond op de allereerste ‘Grammy Award for best Recording Package’ in 1958. Sinatra’s “Come Fly with Me”, uit datzelfde jaar, deed ook mee. Alsof ze deze ceremonie voor hem hadden uitgevonden.
Sinatra als clown. In het duister, weg van de spotlights. Geen Domme August of Pierrot, maar een Amerikaanse versie. Volpe gebruikt wel de klassieke make up zoals de streep over de ogen en de rode dopneus. Ruiten staan voor harlekijnkleding of het circus.
Hoezen die somberheid uitstralen zijn er nauwelijks. En, typisch Sinatra, er zit een venijnig, satanisch addertje onder het gras. Je ziet dat in het weerhaakje bij zijn linkeroor. Zo’n helmkapsel doet denken aan The Joker uit Batman of de make up van Gene Simmons van de hardrockband KISS.
Ik zie er ook zelfmedelijden in. Na de scheiding van Ava Gardner was Sinatra een gedeelte van zichzelf kwijt. Dan kijk je naar buiten. Er zit veel melancholie in titels als “Willow Weep for Me”, “Guess I’ll hang my tears out to dry” of “Gone with the Wind”.
De scheuren doen de rest.