L’odeur d’une femme: Place de la Concorde
Opeens ruik ik ‘Femme' (1944) van Rochas. De geur van m’n moeder als ze op visite ging, of met m’n vader naar het Concertgebouw in Amsterdam. Het rook vol, weldadig en rijp. Het woord 'douairière' probeert zich hier tussen te wringen. Of Mae West, waar de vorm van de fles vandaan kwam. Klassieke moederpoeder.
Laat middaglicht op de Place de la Concorde. Door onderbelichting wordt de wereld een plat decor waar silhouetten doen alsof ze het leven spelen. Weinig auto’s. Dit moet in de vroege vijftiger jaren gemaakt zijn. Ik kan me van toen bloedhete namiddagen herinneren, waarin een scherp beeld van de omgeving er niet meer toe deed door het intense zonlicht. Je gaf je maar over; eigenlijk was zo’n dag al voorbij.
Dit zou het begin kunnen zijn van een film-noir. Het is vast augustus, de stad is leeggelopen, iedereen met vakantie. Er zijn alleen nog mensen met vitale beroepen achter gesloten luiken. De straat op gaan deed je als het echt niet anders kon. De fotograaf heeft een hoge positie gekozen om de fontein beter te laten uitkomen tegen een donkere achtergrond. Verneveld water als bruidssluier die de laatste zonnestralen van de dag opvangt.
Na-oorlogs Parijs is bezig met haar zoveelste comeback: het existentialisme, de chansons, Christian Dior’s New Look, de Citroën DS, de jazzkeldertjes en jongeren die zich losmaken van wat er van hen verwacht wordt.
De afdruk is gemaakt op chamois warmtoonpapier. Meestal gebruikt voor wat ‘beschouwelijker’ opnames. De ingebouwde vergeling gaf er ook oud cachet aan. Om langer naar te kijken. Zou je ook kunnen omschrijven als zacht, warm en levendig. Comme une Femme.
Fotograaf onbekend