Klassiek
Is iemand zich bewust van z’n onschuld? Dat vroeg ik me af toen ik deze opstelling zag ineen leslokaal aan de Mauritskade. Hier had iemand opgeruimd met een aangeboren gevoel voor compositie. Zonder dat te etaleren of zich daarvan erg bewust te zijn.
Toen ik door het gebouw liep was dacht ik steeds: dit is een oude school, hier hebben ooit kinderen rondgelopen die allang begraven zijn. Als deze muren eens konden praten. Die tussendeur doet denken aan twee klassen tegelijk in de gaten houden, zoals dat in de boeken van Theo Thijssen voorkomt.
Nu is het lokaal teruggebracht naar de oorsprong, de muren kaal en de vloer gestript. Het enige comfort bestaat uit een rode stoel en een spartaans uitziende kruk. Het heeft iets van een toneeldecor waar ieder moment een voorstelling kan gaan beginnen. Beckett bijvoorbeeld. Dan is er het gevoel van: na een inspanning of gebeurtenis, is er altijd een nieuw begin. De verfvlekken op de vloer zijn er de littekens van.
Dit waren de lokalen waar je op school het meest nieuwsgierig naar was, hier ontstonden nieuwe dingen en werd er over kunst gesproken.
Omdat ik de rij ezels links buiten beeld heb gehouden, lijkt het of dit alles is wat je nodig hebt om les te geven. Het meest intrigerende onderdeel van deze opstelling zijn die lichtgrijze rechtopstaande blokken. Hun betekenis? Als je ze neer zou leggen kun je er op staan. Aan het vlekkenpatroon te zien worden er ook peukjes op uitgedrukt en natte glazen op weggezet. Of met verf gekliederd, zoals rond die deurklink.
Iemand die op die blokken gaat staan, staat meteen boven anderen, klaar om bekeken te worden. Gekleed of niet, er is weinig keuze om daar bij te gaan zitten. De stoel of de kruk. Zoals het al eeuwen is gegaan.