Het kleine kastje
Ieder eufemisme om maar meer boeken te hebben is natuurlijk geldig. Helaas doen sommige boeken in een kast zich dikker voor dan ze in werkelijkheid zijn. En hebben de kleintjes het voor het nakijken. Daar heb ik een aparte hoek voor.
Ze kunnen een handzaam formaat hebben, een aanvulling zijn op, een klein onderwerp behandelen, een beperkte oplage hebben of echt ontworpen om klein over te komen. Waarom heeft ‘JAZZ' van Ed van der Elsken dat kleine formaat? Had de uitgever geen hoge verwachtingen van de oplage (maar waarom dan ook nog een Duitse editie?), of vond van der Elsken de concertfotografie maar een klein onderdeel van zijn oeuvre?
Het lijkt ook wel of deze boeken harder hun best moeten doen om geloofwaardig over te komen. In de vormgeving is iedere onzekerheid sneller zichtbaar en is de volgorde per pagina aan een strakker regime onderhevig. Bij grote boeken blijft er toch altijd een zekere schroom bij het bekijken, waarvan sommige ontwerpers graag gebruik maken.
Ik koester de uitgaves van Willem van Zoetendaal of die van Erik Kessels. Het gevoel dat hun boekjes alleen voor kleine kring bestemd zijn, buiten ze intelligent uit. Paul Kooiker’s blote dames zijn er alleen voor mij. Ik ben erg verguld van Saul Leiter’s ‘Profile’ (Thames and Hudson), waar het kleine formaat het gevoel van intimiteit zoals in al zijn foto’s, perfect versterkt. Een handzaam boekje over Cartier Bresson van dezelfde uitgever, geeft niet alleen een beknopt en gevarieerd beeld van hem, maar is ook prachtig vormgegeven. Duane Michals: “A Visit with Margritte” en “Hommage to Cavafy”, “Records” van Ed Rusha en “Le Voyage Mexican” van Bernard Plossu (Contrejour) dienden zich onmiddellijk aan als klassiekers, die ik niet kon laten liggen. En ik kijk altijd met plezier naar de reeks kleine uitgaven van het Maria Austria Instituut, vormgegeven door Henrik Barends die nog steeds boeit. Wordt vervolgd.