Heinrich Kühn 2
Witte wolken, witte zomerhoeden en witte japons. Hoe zomers wil je het hebben? Liggend in een duinpannetje misschien, of uitrustend na een vermoeiende bergwandeling. Je hebt nog een hele zomer voor je. Maar ik ervaar meer dan dat.
Ik hoor Jack Bruce zingen in zijn ‘Theme for an imaginary Western’:
“When the wagons leave the city
For the forest and further on
Painted wagons of the morning
Dusty roads where they have gone”
Of, nog beter, Ian Dury in zijn “Hit Me with Your Rhythm Stick”:
“In the Dock of Tiger Bay
On the road to Mandalay
From Bombay to Santa Fe
Over the hills and Faraway”
Overal ter wereld wil hij aangeraakt worden door dat kloppende gevoel dat muziek teweeg brengt. Dat ‘Over the hills and Faraway’ laat hij als een echte crooner in zijn zang prachtig wegsterven. Je ziet het voor je. Die haal je nooit meer in, je blijft alleen achter, de karavaan trekt verder. Het gras zal altijd groener zijn aan de andere kant van de heuvels.
Wat een geluk dat de eerste vrouw op de foto, die uit de aarde omhoog lijkt te komen, er bij is. Zo is het een stoet in beweging. Als de achterste vrouw alleen was geweest had ze me voorgoed achtergelaten. Nu is ze in gezelschap, ze moeten verder.
In ‘Les choses de la vie’(1970) van Claude Sautet draait het eigenlijk maar om één gegeven; waar moet je aan denken als je verongelukt bent? Hoe kan het leven doorgaan, terwijl jij hier langzaam maar zeker op je eentje doodgaat?