franfotoblog

6 | 4 | 2025

Hallo?

Soms roepen teksten in beeld verkeerde associaties op. Door films weten we dat je een tekst die je hoort of leest, van iemand komt die centraal in beeld staat en z’n mond beweegt. Zo zou hier dan een zwart gekleurd tablet een welkomswoord, een begroeting of vraag hebben laten horen. Ik stel me er een metalen stemgeluid met echo bij voor. Een foto maakt geen geluid, dus de toon kan vriendelijk, neutraal of uitnodigend zijn. Het woord ‘Hallo’ in vragende vorm kan ook negatief overkomen. Je gebruikt het als iemand niet goed genoeg naar je luistert of als je het niet gelooft wat die ander zegt. Een open mond, wenkbrauwen omhoog en een hand achter je oor versterken dat.

Dit is de meest oorspronkelijke telefoontaal. Toen Stanley in 1871 na veel ontberingen in de binnenlanden van Afrika eindelijk Dr. Livingstone ontmoette, kwam z’n typisch Engelse begroeting niet veel verder dan: ”Dr. Livingston, I presume?” Vijf jaar later vroeg Alexander Graham Bell patent aan voor de telefoon. Om de verbinding te bevestigen voor een beller, stelde Thomas Edison voor dat met het woord ‘Hullo’ te doen, en niet het ‘Ahoy’ waar Bell zelf mee kwam. ‘Ahoy’ klinkt iets langer en doet eerder denken aan grote afstanden, stemverheffing of mannen in streepjestruien. Behalve in Rotterdam natuurlijk.

Ik ben nog niet zo gewend aan de liggende houding van zo’n telefoon. Het gebaar doet altijd denken aan iemand iets aanbieden of laten zien. Goede omgangsvormen en begrip zorgen dan dat niemand zo’n telefoon dankbaar overneemt of er wat bewonderende woorden aan besteedt. Het: “En wat heb je nog meer gekregen op je verjaardag?” ligt dan op de loer.

Voor mij is dit beeld met deze tekst in ieder geval het meest minimale dat ik me voor kan stellen bij visuele communicatie. Hoe zouden we hier over tien jaar naar kijken? Ja, hállo!