franfotoblog

31 | 1 | 2021

Fame

Alles op deze cover is een grijze middelmaat, behalve de ogen van Callas en die vier rode letters. Je stelt je bij ‘FAME’ toch iets anders voor. De subtitel belooft meer: 'Famous Photographs of Famous People by Famous Photographers'. Vier maal het woord ‘beroemd’ op een omslag. Beroemdheid lijkt zo binnen handbereik. 

Faam, beroemdheid, roem, reputatie, naam en vermaardheid; allemaal ‘Fame’. Als ik iets over ‘Foam’ lees, denk ik daar ook altijd aan. Het gebruik van het woord ‘Fame’ in 1960, is nieuw in de waardering voor de Fotografie in het algemeen en fotografen in het bijzonder. 

Beroemd zijn moet je verdienen, dat gebruik je niet voor jezelf, anderen horen dat te zeggen. Dit boek liet werk zien van voor mij, toen nog niet zo beroemde fotografen. Die ‘famous people’ worden eigenlijk gebruikt als lokkertje. Als je beroemde mensen fotografeert is de fotograaf dat zelf nog niet. Laat eerst maar eens zien. 

Tot dan toe ging het altijd om hun foto’s of een boek dat ze uitbrachten; hier krijgen ze een reputatie. In vakkringen was die wel bekend, nu moet iedereen het weten. Een jaar later werd ‘The Famous Photographers School’ opgericht. Een Amerikaanse schriftelijke cursus fotografie waar o.a. Irving Penn, Richard Avedon en Bert Stern hun naam aan verbonden. Onze docenten zijn sterren, nu jij nog. 

Men was toe aan een verfijning van de status die fotografen tot op dat moment hadden. Net als schilders werden hun uiteenlopende stijlen benadrukt. Ik leerde het verschil tussen Paul Huf en Irving Penn kennen. Fotografie werd opgenomen in de kunstgeschiedenis. 

Het zou nog twaalf jaar duren voordat de eerste echte fotogalerie in New York, Witkin, opende. Toen kon je de meesterwerken zelf kopen. Afdrukken werden geld waard; fotografie was waardevol. Het kreeg status en eindelijk een reputatie, mede dankzij dit prachtige boek (diepdruk!) van L.Fritz Gruber over FAME.