Cor Jaring
Opeens een beeld van vroeger toen ik door de Vijzelstraat fietste. Iemand had op een zuil/openbaar toilet bij de metro-ingang een postertje geplakt: Cor Jaring in zijn uitmonstering van razende reporter. De plakker moet er een een laddertje voor hebben meegenomen, wat een daadkracht.
Maar wat zou de bedoeling zijn? Toch niet om een plaatje van een raar uitgedoste man te laten zien? Daarvoor is de urgentie te groot. Je ziet een man met een eigenaardige helm op, voorzien van antennes en een microfoon. Hij houdt een camera in z’n rechterhand. Door de hoek van het toestel lijkt dit op een selfie in een spiegel.
Toen noemde je dat een zelfportret. Maar de scheve hoek maakt dat onmogelijk. Zelfontspanner? In het overzichtswerk ‘Cor was hier’ omschrijft Sander Troelstra dit hoofddeksel als 'zijn pershelm'. Omdat hij er overal, als een soort Weegee, als eerste bij was. De politie sloeg er toen stevig op los, zo’n helm was niet overbodig. En ze zouden weten met Cor Jaring van doen te hebben.
Uit zijn foto’s bljkt belangstelling voor spirituele zaken. Je ziet een Amsterdam waarvan je je al bijna niet meer kan voorstellen dat het ooit bestaan heeft. Een gedeelte van het imago van ‘het magisch centrum’ bestond ook uit het onderzoek naar spirituele middelen. Als hij Bart Hughes fotografeert die een derde oog in zijn voorhoofd boort, dan is dat een historisch feit, maar ook een bewijs dat er behoefte was aan een hoger bewustzijn. De Insektensekte, de zich in zichzelf kickende Johnny van Doorn, de witte wijze man die op de Dam zitting hield, Simon Vinkenoog aan de LSD, de wietplantjes op de boot van Kees Hoekert. Om de provocaties van die tijd hing ook een geheimzinnige sfeer. Magie maakt je ook ongrijpbaar.
Cor Jaring leek in contact te staan met dat andere universum, vandaar die voelsprieten op z’n hoofd. Maar 5G zendmasten bestonden er toen niet. Het deed er niet toe; zo zou de toekomst er uit gaan zien.
Fotograaf rechterfoto onbekend