Chaos in beeld 1
Ik merk dat ik meer dan vroeger geïnteresseerd raak in de verbeelding van onduidelijkheid, beelden die niet meteen meer te verklaren zijn, chaos. Hoe je, getraind in het kijken, toch nog voor verassingen komt te staan, terwijl er niets speciaals gebeurt. Maar genoeg om te blijven kijken. De verwondering over het alledaagse, ook als het zich niet meteen herkenbaar aan ons voordoet.
Voorlopig is de makkelijkste ingang: een veelheid. Chaos kan alleen ontstaan als er van verschil sprake is. Een foto van een puinhoop van allemaal dezelfde gebroken ontbijtbordjes heeft ook de aantrekkingskracht van herhaling van dezelfde vorm of functie, en daardoor een zekere orde in zo’n berg afval.
Deze foto heeft nog iets te veel herkenningspunten door de kleuren, het raster van een beeldscherm, de getallen, menselijke vormen en patronen. Maar van alles net even te weinig om helemaal zeker te zijn dat dit een beeld is van de tv uitzending van de voetbalwedstrijd tussen Nederland en Engeland. De scheidsrechter (lichtblauw) probeert in de zeventiende minuut te bemiddelen tussen Harry Kane (wit) en een paar Nederlandse verdedigers.
Soms vraag ik me af hoe dat in de schilderkunst heeft plaatsgevonden. Waarom zijn die schilders ooit abstract gaan werken? In wat voor tijden deden ze dat? Op m’n lievelingsplaat deze ochtend staan klavecimbelconcerten van Bach. Je hoort drie of vier klavecinisten flink door elkaar rinkelen, begeleid door een flink orkest. Ook dat lijkt op chaos, ik kan het ene instrument niet van het ander onderscheiden, maar Bach weet er altijd structuur aan te geven.
Echte chaos, daar ben ik nog niet aan toe. Laat het er maar een beetje op lijken.